Interne fraude mag niet lonen
Al wekenlang verdwijnen er kleine bedragen uit de kluis van een bedrijf. Tot de kluis hebben alleen medewerkers van het bedrijf toegang. Slechts een paar collega’s weten de code hiervan. De dader moet dus onder het personeel worden gezocht. Tijdens een werkoverleg is de diefstal al meerdere keren besproken. Uiteraard heeft niemand toegegeven hiermee iets te maken te hebben, maar ondertussen blijft er geld verdwijnen. Het management van het bedrijf twijfelt. Van de politie hebben ze te horen gekregen dat de zaak geen prioriteit heeft en de aangifte niet in behandeling wordt genomen. Moeten ze het erbij laten zitten of schakelen ze een recherchebureau in voor een onderzoek?
Wat doe je wanneer je als organisatie wordt geconfronteerd met interne diefstal of fraude? Als het gaat om grote bedragen of wanneer er waardevolle spullen zijn verduisterd, dan zullen de meeste organisaties wel overgaan tot vervolgstappen. Bijvoorbeeld door het doen van aangifte bij de politie. Maar dat is niet altijd een garantie voor de oplossing van het probleem. De politie komt namelijk niet altijd in actie bij interne fraudezaken. In veel gevallen belandt een aangifte zelfs op de plank vanwege andere prioriteiten en vindt er überhaupt geen onderzoek plaats. Een alternatief is het inschakelen van een onderzoeks- of bedrijfsrecherchebureau. Het inschakelen van een extern bureau kost echter geld. Dat kan voor organisaties een reden zijn om af te zien van een onderzoek. Dit gebeurt meestal niet als met de fraude grote bedragen gemoeid zijn, want dan vallen de kosten van het onderzoek waarschijnlijk in het niet bij de schade die wordt geleden. Maar als de schade door de diefstal of fraude gering is, zoals in het hiervoor genoemde voorbeeld, wordt er wel eens een andere keuze gemaakt. In dat geval is het goed om te weten dat de kosten van een bedrijfsrecherche- of integriteitsonderzoek kunnen worden verhaald op de dader, in casu de werknemer die de diefstal heeft gepleegd. Daarvoor gelden wel twee belangrijke voorwaarden. Ten eerste moet uit het onderzoek uiteraard blijken dat de betreffende werknemer verantwoordelijk is voor de diefstal of fraude. Dit noemen we het aansprakelijkheidsvereiste. De tweede voorwaarde is dat het onderzoek noodzakelijk was om te achterhalen wie verantwoordelijk was voor de diefstal en dat dit niet op een andere manier aan het licht had kunnen komen. In de voorbeeldcasus zou het bedrijf er voor kunnen kiezen om een recherchebureau in te schakelen voor het ophangen van een (verborgen) camera om de dader op heterdaad te kunnen betrappen.
Los van de financiële afweging is de keuze om een extern onderzoek te laten uitvoeren vooral ook een principiële keuze. Kun je als organisatie wegkijken als je het vermoeden hebt dat een van je medewerkers de boel belazert? Naar onze mening niet. Diefstal mag niet lonen, nooit. Daarnaast wil geen enkel bedrijf een onbetrouwbare werknemer. Als collega’s elkaar niet meer kunnen vertrouwen, wordt samenwerking ook problematisch. Met alle gevolgen van dien.
Met het instellen van een onderzoek kun je niet alleen achterhalen wie er verantwoordelijk is voor de diefstal, maar geef je als bedrijf of werkgever daarnaast ook het signaal af dat dergelijke gedragingen niet worden geaccepteerd en dat je er alles aan doet om dit tot op de bodem uit te zoeken. Het onderzoek heeft daarmee ook een belangrijke signaalfunctie.
Meer weten over onderzoek naar diefstal, fraude of andere vormen van bedrijfsrecherche? Lees er hier meer over of neem contact met ons op.